Van jong lichtpaars via fonkelend robijnrood naar eerbiedwaardig diep bruinrood. Zo veel wijnen, zo veel kleuren. Maar hoe komt een wijn aan die prachtige kleuren en wat zegt dat over bijvoorbeeld de druif, de smaak en de leeftijd van een wijn? Veel! We leggen het je graag uit in vijftig tinten rood. Ongeveer dan…
Voordat we aan het brede kleurenpalet van rode wijn toekomen, eerst een heel klein stukje theorie. Wijn wordt gemaakt van het sap van druiven. Dat sap is van zichzelf kleurloos. Een blauwe druif kan daarom een witte wijn opleveren. Da’s een kwestie van het sap en de schil goed gescheiden houden. Want in die schil zitten de kleurstoffen die een wijn z’n fraaie kleur geeft. Hoe langer de schil in aanraking is met de wijn, hoe meer kleur.
Zomers roze
Neem bijvoorbeeld een rosé. Die fijne zomerwijn wordt gemaakt van blauwe druiven. Door schil en sap rap van elkaar te scheiden, krijgt rosé die delicate kleur. Hoe intens, dat bepaalt de wijnboer door schil en sap net iets langer of juist korter bij elkaar in het vat te laten. En dan krijg je dus een wijn variërend in kleur van lichtroze (blush) tot bijna frambooskleurig.
Fruitig paarsrood
Maar goed, terug naar de rode wijn. In welke tint die wijn zich hult, is mede afhankelijk van de leeftijd. Draagt de wijn een paars gewaad? Dan heb je meestal met een jonkie te doen. Ongerijpt, uitbundig en vol fruit. Gemaakt om nu van te genieten. Nu de wijn kopen is binnen twee jaar van genieten. Leg ‘m dus niet jaren weg. De prijs van jouw fles wijn gaat echt niet omhoog. Sterker nog, het lekkere fruitige karakter verdwijnt waardoor alleen de gootsteen de wijn nog wil drinken. Jammer! Word je blij van die fijne fruitaroma’s? Leg de jonge rode (oké, paarse) wijn dan gerust even in de koelkast. Bij een graad of dertien komt dat fruit namelijk zo ongeveer tot leven.
Gerijpt bruinrood
Een wijn op eerbiedwaardige leeftijd heeft na jaren rijping in houten vat en in de fles z’n wilde haren verloren. Harde tannines zijn zijdezacht, het fruit ruikt en proeft rijper en geconcentreerder, gedroogd en jamachtig, en er doemen tonen op van vanille, cederhout en mogelijk zelfs koffie en pure chocolade op. Denk bijvoorbeeld aan een 25-jarige Bordeaux die door de jaren heen flink van kleur is veranderd. Van mooi donker paarsrood naar een fonkelend helder scharlaken tot kersenrood met oranjebruin tinten en diep bruinrood. Prijzig? Ja, maar ook waanzinnig lekker. Maar ehm, is al het rood verdwenen en kijk je naar een bruine wijn? Ruik dan even voordat je het glas aan de lippen zit. De kans is groot dat je beleggingsobject té ver heen en geoxideerd is. En dan rest ook hier weinig anders dan de gootsteen.
Elke druif een eigen gewaad
En dan heeft elke druif nog z’n eigen specifieke kleur. Neem bijvoorbeeld grenache, syrah en de Argentijnse malbec wijn die prachtig paarsrode wijnen op de wereld zetten. Pinot noir, merlot en gamay gaan gekleed in een fraaie licht robijnrode jurk en cabernet sauvignon (de belangrijkste druif uit Bordeaux) staat bekend om z’n diep donkerrode kleur.
Nu wijn kopen is nu genieten
Zo zie je maar: zonder ook nog maar één slok te hebben genomen, kun je al veel te weten komen over een wijn. Het zegt veel over welke druif is gebruikt, of de wijn zo uit de pers komt of jaren heeft gerijpt en ja, dus ook of-ie nog goed is. Om te voorkomen dat je een wijn moet weggooien nog even dit: het overgrote merendeel van alle wijn is gemaakt om binnen één of twee jaar op te drinken. Leg ‘m dus niet te lang weg, de smaak wordt er echt niet beter op. Daarom: nu aanschaffen is nu lekker genieten. Proost!